Profervaring opdoen
Door Menno | Vrijdag 29 november 2024 | Crisis
Zoals veel goede verhalen, begon ook dit avontuur met een chocopils na het schaatsen.
Meer door toeval dan wat anders, kwamen we er achter dat Colin afgelopen seizoen hard genoeg geschaatst had om mee te doen met de selectiewedstrijd voor het NK-ploegenachtervolging. Vorig jaar mocht iedereen die daar aan meedeed, door naar het NK. Zelfs het team dat gediskwalificeerd was kreeg een startbewijs. Het NK werd verreden als afsluiter van het World Cup Kwalificatietoernooi, dus publiek was gegarandeerd.
Na een spetterende kwalificatiewedstrijd, waar Colin, Wester en ik op een 6e plek eindigden (van de 6), was het duimen draaien tot een paar dagen voor ‘t NK. Met het verstrijken van de inschrijfdeadline voor de profs, werd het langzaam duidelijk dat wij aan de start van het NK mochten verschijnen.
Met dat besef, wat gezonde spanning en vol verwachtingen zaten we zondagochtend in de auto richting Thialf. We stonden op de startlijst voor het Nederlands kampioenschap van een olympisch onderdeel! Nadat we de mannetjes van de parkeerplaats hadden overtuigd dat we toch echt mee zouden gaan doen aan het NK, zodat we voor de deur mochten parkeren, gingen we door de hoofdingang naar binnen. Daar kwamen we erachter dat die ingang was bedoeld voor de mindere goden, en niet voor de absolute top van de Nederlandse schaatswereld. Dus na de eerste halve kilometer van de dag - de auto stond een stuk verder van de atleteningang dan gedacht - stonden we met onze accreditatie om de nek in de diepste krochten van het Thialfgewelf. Door de aanwijzingen van Sanne in ‘t Hof wisten we uit het doolhof te ontsnappen en bereikten we de spiegelhal van het stadion.
Op weg naar de verkeerde ingang.Daar was onze eerste taak van de dag om nog een keer samen te trainen, want de laatste en eerste keer dat dat gebeurd was, was alweer voor de selectiewedstrijd. Er waren maar drie woorden nodig om het ijs te omschrijven: glad, hard en vlak. Tijdens onze training werd er al volop naar ons gezwaaid vanaf de tribune, door de vroeg binnenstromende liefhebbers. Het ontging ons niet dat velen van hen een prachtige eendenmuts ophadden. Die moesten we hebben.
Over de hekken van de tribunes klimmen, leek ons de makkelijkste manier om bij de eendenmutsenbron te geraken. Zo gezegd, zo gedaan. Op de terugweg kregen we bij de tunnel een “Hebben jullie nou die mutsen gehaald?” naar ons hoofd geslingerd, waarop een volmondig, driestemming “Ja!” volgde. Daar kon de beveiliger wel om lachen. Dat zorgde er in ieder geval voor dat we onze accreditatie daar niet meer hoefden te laten zien.
Nu stonden er nog maar een paar dingen op de todo-lijst: materiaalcontrole, snijvaste pakken regelen, het buffet plunderen en op zoveel mogelijk plekken komen waar we normaal niet zouden kunnen komen. Oh en, bijna vergeten, het NK rijden.
De materiaalcontrole was nog even spannend, want Colin’s ijzers waren toch eigenlijk echt te oud en te hoekig om op zo’n toernooi ‘t ijs van Neerlands Schaatsmekka te bezoedelen. Met expliciete goedkeuring van Wester en mij, kreeg Colin toch groen licht van de scheidsrechter.
De moordwapens die Colin onder zijn schoenen had zitten.Ondertussen begonnen de magen wat te rommelen. Wester had vol ingezet op het rijdersbuffet. In het informatiebulletin stond namelijk: “Op de tweede verdieping is er in de Atletenlounge tijdens de wedstrijddagen een atletenbuffet opgesteld ten behoeve van de deelnemers aan het toernooi.” Het woord buffet riep grootse verwachtingen op. Daarnaast stond er nergens expliciet dat er geen alcohol geschonken werd in de Atletenlounge! Zoals sommigen hun best doen om hun inleg bij de wok eruit de eten en te zuipen, was dit onze kans om met een oneindige stroom broodjes zalm andere lunchlekkernijen (en drank?) onze wedstrijdlicenties terug te verdienen. Maar helaas mocht het niet zo zijn. Het rijdersbuffet was de deceptie van het WCKT. Met krentenbollen, bananen en sportdrank was het op z’n best te omschrijven als een teleurstellende lunch.
Later, tijdens wat omzwervingen, stonden Colin en ik voor een buffet in een van de VIP-ruimtes. Dat was het betere werk: soepen, broodjes en lekkernijen zover het oog reikte. Maar helaas, onze meegenomen bakken pasta zaten al in onze buiken. Volgens mij zijn we wel ongeveer overal geweest waar we konden komen, ik zat zelf aan het eind van de dag op zo’n dertienduizend stappen.
Het uitzicht vanaf de VIP-tribune. Daar krijg je ook een eigen tv bij.Voor de wedstrijd moesten we van teen tot kin onder snijvaste stof. Iets wat niet hoefde op de selectiewedstrijd. Dat leverde vooraf wat onduidelijkheid op. Gelukkig mochten we van de KNSB wat pakken lenen. Ik heb met een aantal KNSB-mannetjes aan de telefoon gehangen, gemaild en de teamleiders Teamsmeeting bijgewoond. Pas bij het pakken pasmoment werd het ze duidelijk dat Menno Mudde junior en senior dezelfde persoon waren. Waarschijnlijk hielp het ook niet mee dat ik ze niet corrigeerde wanneer ze me aanspraken over ‘uw rijders’.
Natuurlijk mochten we ook nog 8 rondjes schaatsen aan ‘t eind van de dag. Ik zou willen zeggen dat ik vooruit werd gestuwd door het publiek en de atmosfeer. De waarheid is toch dat ik voor ruim 4 minuten niet veel meer heb meegekregen dan het achterwerk van Wester, met af en toe wat delen van Colin in beeld. Wester’s wedstrijdervaring was vergelijkbaar. Wij hadden beiden pas na de finish door dat bij onze directe tegenstander een wagon van de rails vloog in de laatste ronde.
Dat was uitstekend nieuws. Daarmee was de 1e-van-onder-positie in de uitslag niet voor ons!
Pure snelheid.