...

Hoe te klagen als een ervaren schaatser over het ijs

Door Colin | Maandag 1 januari 2024 | Crisis

De ervaren schaatser, met toch nog een kleine ambitie op snellere tijden, loopt het ijssportcentrum Eindhoven binnen via de klapdeuren. Begroet snel zijn mede-schaatsenrijders met een goedenavond. Het ijs zal wel snel slecht worden vandaag. De eerste opmerking over het ijs als indekking voor zijn tegenvallende schaatsprestaties van dit seizoen wordt er al ingefietst (dat fietsen dat in de zomer te weinig is gebeurd). Zelf stelde de ervaren schaatser dat dit zijn seizoen zou worden (Dit wordt mijn seizoen), maar de resultaten laten het nog afweten. Maar dit stuk zal gaan over het voorspellen van de ijskwaliteit. Zodat jullie straks als wijze schaatsers ook kloppende voorspellingen kunnen doen over het ijs en tijdens de training het ijs ook goed kunnen beoordelen.

Laten we makkelijk beginnen. En laat ik maar met de deur in huis vallen met een van de punten die tot dit stuk leidde, op trainingskamp met Isis naar Chemnitz. Blaadjes op het ijs. Hier valt makkelijk over te klagen, want blaadjes. Je kunt ook nog het zand op het ijs benoemen, dat mee wordt genomen door de blaadjes en ervoor zorgt dat je weer sneller moet slijpen.

Wind is ook een grote speler in het bepalen van de ijskwaliteit. Door de wind wordt er meer lucht langs het ijs verplaatst, wat betekent dat de lucht een snellere invloed heeft op de ijskwaliteit. Op het moment dat de lucht condities ideaal zijn, zal er weinig verandering zijn. Echter met minder ideale lucht condities is de wind een katalysator van de degradatie van het ijs. Met veel wind kan er dus geklaagd worden over het sneller slechter worden van het ijs.

Wat zijn dan minder ideale lucht condities. Hoge(re) luchtvochtigheid is een van de boosdoeners van het fenomeen dat het ijs van de prachtige gladde spiegel, die wordt neergelegd door de Zamboni aan het begin van de training, verandert in een witte stroeve bedoeling. Die verandering wordt ook wel aanslaan genoemd: vocht in de lucht “slaat aan” (vriest vast) op het ijs. Dit gebeurt niet in een egale laag, waardoor de spiegel eigenlijk bedekt wordt met een nieuw slechter laagje ijs. Als het ijs is aangeslagen glijdt het minder goed. De luchtvochtigheid net boven het ijs wordt bepaald door de hoeveelheid mensen die op het ijs staan. Maar vooral ook hoe hard zij aan het uithijgen zijn van de training. Bij het ademen komt er namelijk wat vochtigere lucht uit je lichaam dan dat erin ging, omdat je longen een beetje vochtigheid (en trouwens ook warmere lucht) fijn vinden.

Daarnaast wordt de luchtvochtigheid natuurlijk bepaald door het weer. Via een weer app kun je een nummertje aflezen, maar ik heb eigenlijk geen idee wat we hoog of laag noemen. Ik noem het een hogere luchtvochtigheid op het moment dat het die dag veel heeft geregend. Regen in de lucht is natuurlijk hogere luchtvochtigheid, maar ook de plassen die blijven liggen na de regenval en dan dus langzaam verdampen dragen bij aan een hogere luchtvochtigheid. Dus de volgende keer als het voor of tijdens je warming-up en/of training regent kun je klagen over dat het ijs snel zal aanslaan en dus langzaam wordt.

“De profs waren tijdens de corona periode tevreden met het goede ijs, omdat er geen publiek was met natte jassen”

De hoeveelheid mensen heeft samen met de buitentemperatuur ook nog invloed op de groefvorming. Wel eens het gevoel gehad dat je een bepaalde traject reed in de bocht, maar je schaats ineens de andere kant op ging? Kan natuurlijk komen door scheve techniek, maar ook door groeven die in het ijs staan door de grote hoeveelheid mensen die daar allemaal dezelfde richting op hebben gereden. Met veel groeven in het ijs kan je dus klagen over het gebrek aan sturing dat je voelt.

De buitentemperatuur zorgt er voor wat voor het ijs het is. Jaaa, ijs is ijs. Maar ijs is ook niet ijs. Ten eerste heb je ijs dat je graag zou willen eten en je hebt ijs waar je liever op schaatst. Maar over het schaatsijs gesproken, kunnen we spreken over zacht of hard ijs. Wat het gevolg heeft dat het respectievelijk iets langzamer is en veel stuurt of iets sneller en minder stuurt. De buitentemperatuur bepaalt dit samen met de koeltemperatuur van het ijs. We rijden op het bovenste laagje ijs, wat in contact is met de temperatuur van de buitenlucht (toepasselijk op niet volledig gesloten banen). En ijs wordt zachter wanneer het warmer is en harder wanneer het buiten kouder is. Als het dus 10 graden is, zorgt dat ervoor dat de toplaag van het ijs wat zachter is. Hier kan aan de hand van jouw voorkeur voor sneller of meer sturend ijs over worden geklaagd.

Hiermee hoop ik jullie op gang te hebben gebracht om mee te kunnen klagen over het ijs. Toch zou ik de sfeer op het ijs soms ook wat positiever willen zien, dus complimenteer het ijs ook wanneer dat van toepassing is. Op de ene baan zal dat natuurlijk wat vaker gebeuren en makkelijker zijn dan op de andere.

Meer stukjes van Colin!

Log in om reacties te zien en plaatsen.