Er ingesjaakt, het verhaal achter Luik-Bastenaken-Luik

Door Melvin | Woensdag 11 mei 2022 | Crisis

“Er ingesjaakt worden”, ingesjaakt is een woord dat ik graag wil introduceren binnen het Isis jargon. Iedereen kent het wel. Je vrienden bedenken een activiteit die zij leuk vinden en vragen of jou dat ook leuk lijkt. Aangezien je geen bezwaar hebt, doe je maar mee voor de gezelligheid.

Twintig februari anno 2022, deze dag herinner ik me nog als gisteren. “Bonjour Melvino! Welkom!” spreekt Maud Zonneveld als administrator van de groepsapp. “Nu kom je er niet meer onderuit”, aldus Nils Bovee als mede-administrator van de groepsapp. “Zullen we een keer samen een grote ronden rijden?” zegt Nils. Daar heb je het al, ik ben er ingesjaakt. Om het nog wat aan te dikken zeg ik “Luik-Bastenaken-Luik is ook wel vet”. Waarop de reactie van Maud “Die hebben we Floris al cadeau gegeven” volgt. Oftewel: Floris is er ook al ingesjaakt. Op dit moment dringt tot mij door dat ik niet meer terug kan. Wat doe je dan? Juist, meer mensen er insjaken! Ik: “Zullen we Arthur gewoon toevoegen?”. Maud voegt Arthur toe, Arthur is er ingesjaakt. Achteraf blijkt dat Menno, Tade, Hugo en Marijn ook niet onschuldig zijn. Zij hadden namelijk het geweldige idee van Tade aangenomen, om samen met Maud een ticket voor Luik-Bastenaken-Luik cadeau te geven aan Floris. Menno als rasechte wielrenner kan het natuurlijk niet laten om zichzelf ook te trakteren op deze prachtige tourtocht. Tade, Hugo en Marijn besluiten om op Bourgondische wijze van dit uitje te genieten langs de zijlijn.

Hugo en Tade in hun natuurlijke habitat

Voor de mensen die Luik-Bastenaken-Luik nog niet kennen, dit is een fietstocht van 255 kilometer. Zoals de naam al zegt, start deze tocht in Luik, vervolgens fiets je door de mooie Ardennen over de heuvels naar Bastenaken. De personen die denken dat ze dan op de helft zitten hebben het fout, want na de heuvels wordt je getrakteerd op prachtige klimmetjes waar je het snot voor de ogen mag rijden. Ow ja, en je moet voor 20:00 finishen, mocht je nog een medaille willen bemachtigen.

Voordat je aan zo’n tocht begint is er uiteraard voorbereiding nodig. Ik geef zelf aan dit wel puur op karakter te kunnen rijden, zonder eerst tochtjes te maken. Maar hier trappen Maud, Nils en Arthur helaas niet in. Gelukkig hebben wij nog even, de tocht vindt pas plaats op 23 april. Twee maanden om fietstochten te maken dus. Zo hebben wij een rondje van 163km door de bossen in Belgie gefietst, wat trouwens een prachtige route is, en de Amstel Gold race route van 152km. De ketting van mijn racefiets kwam echter bij beide tochten vast te zitten naast het derailleurwieltje, een probleem waarvoor ik al meerdere keren naar fietsenmakers was geweest. Op 12 april besluit ik dan toch om nieuwe onderdelen voor mijn racefiets te bestellen, aangezien de ketting en het kettingblad versleten lijken te zijn. Daarnaast besluit ik om een lichtere cassette te bestellen voor de bergen, namelijk een 12-28 in plaats van een 11-25 die ik eerst had. Het kleinste kettingblad van de drie kettingbladen (triple) heeft 30 tandjes, dus met deze combinatie kan je lekker naar boven peddelen op de zware bergen. Nadat de waslijst aan onderdelen is gearriveerd, besluit ik deze zo snel mogelijk te monteren. Uiteindelijk kom ik er dan toch weer achter dat mijn derailleur nog steeds krom staat. Toch weer naar de fietsenmaker dus, maar deze keer een andere… De tocht is volgende week al!

De volgende week krijg ik dan eindelijk bericht op donderdag van de fietsenmaker dat de fiets gerepareerd is, twee dagen voor Luik-Bastenaken-Luik. De derailleurpad was vervangen. Aangezien een testritje toch wel handig is en Tade een fietstraining op zijn schema heeft staan, besluiten wij een korte rit te maken van 36km. Mijn fiets heeft nog nooit zo soepel gelopen. Na zo’n 20 km, je verwacht het niet, beginnen de versnellingen ineens raar te doen. Godzijdank kon ik met hulp van Tade de versnellingen achter fine-tunen met de barrel adjuster en liepen de versnellingen soepeler dan ooit. De volgende dag koop ik bananen, mueslirepen, ontbijtkoek, gelletjes (met en zonder caffeine) en 950ml bidons. Samen met Nils en Arthur rijden wij in de avond richting Maud, die tegenwoordig in Maastricht woont. De fietsen gaan met Tade mee, die de ploegenauto van Squadra Veloce heeft weten te bemachtigen. Alles is perfect geregeld, nu hoeven wij alleen nog een maaltijd te eten en een paar uurtjes te slapen voordat we los kunnen gaan!

Rond 4:30 maken wij ons klaar om naar Menno te vertrekken. Arthur, de vreetzak die hij is, eet nog even 8 boterhammen op. Ik stik bijna in de zesde boterham, aangezien het nog nacht is. Nog een flinke kop extra sterke koffie er in en gaan met die banaan! Op naar Menno en dan met z’n allen door naar Luik!

Rond 6:45 zijn wij dan eindelijk aangekomen in Sprimont, een dorpje in de buurt van Luik. Volgens de weersvoorspellingen zou het bewolkt zijn en niet al te warm. Het is nog koud, maar de zon is fel aan het schijnen, dus doet iedereen zonnebrand op. Alle zakken worden maximaal gevuld met gelletjes en ander voer. Overal klinkt gebliep van fietscomputers die worden aangesloten. Voor het eerst in m’n leven gebruik ik ook een fietscomputer die ik van Tade heb mogen lenen. Hierop is de hartslag te zien, de cadans (omwentelingen per minuut), snelheid en zelfs de route inclusief klimpercentages. Tade kijkt er naar uit om de data te bemachtigen die zal aangeven hoe ik aan het sterven ben tijdens deze prachtige tocht.

Om 7:17 gaan wij (Nils, Maud, Arthur en ik) dan eindelijk van start (heheh). Menno en Floris zijn iets eerder gestart en fietsen een stuk voor ons. Nils maakt zich enige zorgen over of wij 20:00 wel gaan redden, aangezien wij inmiddels al een gemiddelde van meer dan 20 km/u moeten fietsen. Dit lijkt weinig, maar onthoud dat het 255km is met heel veel bergen aan het einde. Tijdens de eerste afdaling gaan we met ongeveer 60km/u naar beneden. Ineens zit er recht voor mij een putdeksel in de weg, die wel heel diep in de weg ligt. Ik zet mij schrap voor de impact, want ik kan niet naar links of naar rechts uitwijken. Bam, de bidon vliegt uit mijn bidonhouder en rolt zo de weg af. Vervolgens sta ik stil om mijn fiets te controleren. Godzijdank mankeert er niks aan de fiets en is de bidon nog compleet inclusief inhoud. Achteraf lachen we er om en we fietsen vrolijk verder over de eerste heuvels en praten over van alles en nog wat. De benen voelen goed, de fiets doet zijn ding en het zonnetje schijnt.

Op ongeveer 79 kilometer na de start arriveren we bij de eerste van de vijf tussenstops. Bij deze tussenstops kun je de bidons vullen met sportdrank of water. Daarnaast is er allemaal eten te krijgen zoals energierepen, gelletjes, bananen, ontbijtkoek en sinaasappel. Je kan zelfs koeken met chocolade krijgen, waarbij ik mij afvraag hoeveel beginners hier spijt van zullen krijgen bij de eerstvolgende beklimming. Een paar kilometer na deze tussenstop is deze beklimming er al. Ik ga op m’n gemakje deze berg op en de hartslag blijft gewoon steady rond de 150. Achter mij zie ik Maud haar gezicht rood kleuren van de inspanning. Ze zegt dat haar hartslag op 170 zit. Ter indicatie, bij de meeste mensen is dat ongeveer de grens van verzuring (omslagpunt aeroob – anaeroob). Nils en Arthur zitten nog steeds aan de achterstand te denken die wij moeten inhalen om 20:00 te redden, dus we fietsen gewoon in hetzelfde tempo door. Local legend Maud klaagt niet en fietst lekker door, waarvan ik mij afvraag hoe dit later op de dag zal gaan.

Rond 12:00 doen wij ergens in de buurt van Bastenaken zelfs nog wat kopwerk voor een grote groep tegen de wind in. Ik begrijp er niks van, want mijn hartslag blijft maar steeds rond de 125 hangen. Ik voel mij een beest. Lange halen, snel thuis. Echter merk ik wel dat het al een stuk warmer begint te worden dan de weersvoorspellingen aan hadden gegeven. In de ochtend was met 6 graden een lange fietsbroek geen overbodige luxe, maar inmiddels is het al rond de 18 graden. Na Bastenaken beginnen de eerste korte klimmetjes al te komen, waar Nils en Arthur volop van genieten. Zij staan boven vol trots op Maud en mij te wachten, terwijl wij als polderbeuker de bergjes beklimmen. Arthur heeft snel een mueslireep opgesmikkeld. Iets verderop komen wij bij een tussenstop Krijn van Nuland tegen die er helemaal doorheen zit, maar weer verder moet met zijn mede-fietsers. Bij de tussenstop is nog warme pasta te krijgen die er heerlijk uit ziet, maar vanwege de tijd moeten wij die toch overslaan.

Een paar uurtjes later komen wij dan eindelijk aan bij de echte klimmetjes. Côte de Wanne is het eerste voorgerechtje. Het zweet drupt langs mijn voorhoofd op de asfalt weg. Ik voel de zon branden op mijn hoofd. De lange fietsbroek begint al lekker aan het zadel te plakken. Bij het tweede deel van de klim zit een lokale bewoner mij aan te kijken bij een klimpercentage van 11 procent. Ik zie hem denken: “wat zit die gast te harken”. Nils, Arthur en Maud verlies ik uit het zicht en ik sta bijna geparkeerd op een gegeven moment. Aan het einde van de klim kijken zij dan toe hoe ik het laatste stukje van de berg beklim. Woorden van Nils achteraf: “Je leek wel een zombie toen je boven kwam”. Gelukkig is de route richting de volgende tussenstop een beetje vals plat. Echter krijg ik steeds meer behoefte aan een sanitaire stop. De reis naar de volgende tussenstop lijkt eeuwig te duren en bleek achteraf ook niet vals plat te zijn. Er zaten nog een paar langere beklimmingen tussen. Plotseling arriveren we bij de tussenstop in Stavelot. Ik sprint naar de eerste dixi die ik kan vinden. Zul je net weer zien, geen toiletpapier… en in de anderen ook niet! Vervolgens ga ik op zoektocht bij de organisatie, die een voorraad van 4 pallets aan wc rollen hebben liggen. Wat kan een mens toch blij zijn met toiletpapier. Iedereen werkt nog wat gelletjes naar binnen, omdat we weten wat er nog komen gaat.

Na deze tussenstop komen we vrijwel direct aan bij een hele lange, lichte klim. Op een gegeven moment begint de weinige slaap zijn tol te eisen en val ik bijna in slaap. De benen voelen aan alsof ze van pudding zijn. Waarschijnlijk een combinatie van te warme kleding en vermoeidheid. Aangezien ik het niet meer veilig vind om verder te fietsen, geef ik voorbij côte de la Haute-Levée aan dat de rest maar gewoon door moet fietsen om voor 20:00 binnen te komen. Vervolgens stoemp ik nog een paar stukjes door, maar het zijn loze pogingen. Mijn ogen vallen gewoon letterlijk dicht tijdens het afdalen door de vermoeidheid. Ik ga langs de kant van de weg in het gras liggen en neem in mijn hoofd afscheid van de gedachte dat ik voor 20:00 ga finishen. Toch zit er in mijn achterhoofd nog een stemmetje die zegt dat ik over mijn eigen grenzen heen moet gaan. “Je bent toch geen mietje”. Ik besluit 4 gelletjes met caffeine naar binnen te werken en te kijken waar het schip strandt. Een duitse man komt nog even bij mij staan en vraagt uit medeleven of ik ook wat eten nodig heb. Ik zeg dat ik net gelletjes heb genomen met caffeine, maar dat ik nog steeds vermoeid ben. Vervolgens zegt hij “the caffeine needs 5 to 15 minutes to kick in”. Er komt een sprankeltje hoop in mij naar boven dat ik de tocht dezelfde dag nog veilig uit kan fietsen. Een paar minuten later begint de caffeine inderdaad ineens te werken. Ik stap weer op de fiets en sprint na een paar kilometer met een glimlach de duitse man voorbij. Na even hoofdrekenen kom ik tot de conclusie dat ik stijle klimmetjes met minimaal 10 kilometer per uur moet fietsen en op het rechte stuk minimaal 30 kilometer per uur, mocht ik de finish nog voor 20:00 willen halen voor de medaille. Dood of de gladiolen!

Uiteindelijk arriveer ik bij de laatste tussenstop. Ik vul hier alleen mijn bidon bij, omdat ik weet dat iedere seconde telt. Snel door! Na een klim ben ik nog snel aan het afdalen met een andere wielrenner. Deze wielrenner fietst de tocht met een kunstbeen, wat een absurde prestatie is. Na de afdaling kijk ik regelmatig op mijn mobiel naar de tijd en zeg steeds tegen mijzelf “nog een tandje erbij, blijf boven de 30km/u”. In de verte hoor ik muziek van zanger Jannes. Ik kijk naar de tijd en besef mij dat 20:00 binnen het bereik begint te komen. Voor de côte de La Redoute staan allemaal vrolijke mensen met een camper langs de route wielrenners aan te moedigen met nederlandse muziek. Ik moet moeite doen om geen traantje weg te pinken. In mij zit een gevoel van innerlijke overwinning, een besef dat ik over mijn eigen grenzen heen ben gegaan. In de bocht die dan toch wel heel erg stijl omhoog gaat zie ik op de weg “Phil, phil, phil”. Daar is ie dan, het neusje van de zalm: côte de La Redoute! En danseuse naar boven en wanneer je er denkt te zijn nog even door tot de bomen verderop (dit had ik nog onthouden van de 150km jaren geleden).

Maud op La Redoute

Het laatste stuk is doorkachelen, want de tijd gaat door. Deze medaille ga ik niet meer weggeven. 19:55 ben ik daar dan eindelijk, het is gelukt! Eenmaal over de streep gekomen vieren wij samen de overwinning met Hugo, Marijn en Tade. Alle deelnemende isisianen hebben het gewoon gedaan!

finish Menno en Floris

medaille

ploegenauto

Bekijk hier de Strava rit van Melvin:

Meer stukjes van Melvin!

Log in om reacties te zien en plaatsen.