Wat doen al die ouwe lullen hier?

Een nieuw collegejaar met een nieuw seizoen betekent ook een hoop nieuwe leden. Wat mij opvalt als ik door de ledenlijst scroll, is dat de meeste nieuwe leden niet veel jonger dan ik zijn. Dat terwijl de verwachting is dat nieuwe studenten, ‘vers’ van de middelbare school, ongeveer uit het jaar 2006 komen. Dus ik concludeer dat de meeste nieuwe leden géén nieuwe studenten zijn, maar al langer studeren. Mijn gevoel zegt dat dit een aantal jaren terug wel anders was. Gevoelsargumenten zijn in dit datatijdperk makkelijk onderuit te halen. Daarom is de vraag: wat zegt de data? Waren de nieuwe leden vroeger allemaal broekies, jonge tieners zonder enige vorm van zelfstandigheid? Of zijn de nieuwe leden altijd al TU/ers in een mid-studie-crisis geweest, op zoek naar zingeving met een nieuwe hobby?

Om die vraag te beantwoorden heb ik gekeken naar de leeftijd van nieuwe leden over de jaren heen.

Figuur 1.

In figuur 1 staat de leeftijd van nieuwe Isisianen over tijd. De betrouwbaarheidsband voor het gemiddelde die zichtbaar is (95% confidence intervals), is gebaseerd op de gegroepeerde data per studiejaar. Allereerst is er te zien dat er niet echt een eenduidige trend te zien is over de afgelopen 20 jaar. Daarnaast valt op dat alle datapunten voor seizoen 2019-2020 precies op een dag in het jaar vallen. Dat komt omdat de huidige datastructuur met een specifieke startdatum per lid pas is ingevoerd rond 2019-2020.

Figuur 2.

Als we alleen naar de data vanaf dat moment kijken (zie figuur 2), dan lijkt er wel degelijk een licht opwaartse trend te zijn in de data. Overigens, de data van dit seizoen heb ik niet allemaal, dus neem die met een korreltje zout.

Hiervoor heb ik geen aannames gedaan over de onderliggende verdeling van de data, behalve dan dat de variantie begrensd zodat de centrale limietstelling geldt. Kijkend naar figuur 3, zou het niet super lastig moeten zijn om een verdeling te kiezen die de data redelijk omschrijft. Bijvoorbeeld een gemixte verdeling bestaand uit een uniforme verdeling van zeg 17,5 tot 25 met als tweede component een ‘ouwe-lullenstaart’.

Figuur 3.

Mijn gevoel de leeftijd van nieuwe leden steeds toeneemt lijkt niet helemaal ongegrond, maar er zijn geen gigantische trends zichtbaar in de laatste paar jaren.